Loobuyck (Patrick), De seculiere samenleving. Over religie, atheïsme en democratie

“Samenleven in diversiteit is geen vanzelfsprekendheid. Niet alleen de geschiedenis leert ons dat, maar ook de maatschappelijke realiteit, vooral in de steden. In een seculiere samenleving moeten moslims kortgerokte meisjes en homostellen respecteren en omgekeerd […]. De bereidheid om met elkaar samen te leven vereist geen vriendschap of genegenheid, het vereist dat we elkaar als gelijke medeburgers beschouwen die elk afzonderlijk het recht hebben om een leven uit te bouwen op basis van de eigen inzichten, overtuigingen en betekenisvolle hechtingen en loyaliteiten.”  In dit citaat (p. 18) wordt duidelijk wat Patrick Loobuyck beweegt en welke kant hij op wil met onze samenleving. Talloos zijn de debatten en opiniestukken waarin hij deze visie reeds casuïstisch heeft geponeerd, in dit boek legt hij zijn wetenschappelijke papieren op tafel, t.a.v. zijn collega’s maar evenzeer voor de ‘gewone man’ whoever that may be.

Na op genuanceerde wijze de effecten (en niet-effecten) van de ‘secularisatie’ te hebben besproken en gewogen (deel I) zet hij de historische en filosofische achtergrond van het politiek liberalisme uiteen (deel II). Deze 150 instructieve, evenwichtige en helder geschreven pagina’s – mooi stuk bijv. over de dubbelzinnigheid van het begrip tolerantie  – dienen als aanloop naar en fundering van zijn eigen visie op de manier waarop religie een volwaardige plaats kan krijgen binnen het kader van een seculiere rechtstaat (deel III).

Volgens Loobuyck is levensbeschouwelijk living together in Europa perfect mogelijk. De vrijheidsrechten (EVRM) zijn als kader niet volmaakt, maar wel voldoende. Ook de inperkende bepalingen ervan behoeven volgens Loobuyck geen uitbreiding, en zeker niet ad hoc (boerka, hoofddoek). De seculiere samenleving moet het concrete samenleven van mensen die conflicterend opvattingen hebben zo ‘managen’ (inderdaad: pragmatisch) dat er geen slachtoffers vallen en de vrijheid van alle betrokkenen gegarandeerd blijft. Daarbij moet van een mug geen olifant gemaakt worden en tegelijk moeten de dingen wel bij hun naam worden genoemd. Een liberale democratie verleent vrijheden op een ‘neutrale’ wijze, wat betekent dat iedereen die daarvan profiteren wil voor zichzelf ook moet onderschrijven dat de ander (wiens opvattingen hij misschien verafschuwt) dat recht ook heeft. In de lijn van Habermas en Rawls ontwerpt hij een soort charter voor godsdiensten die willen deelnemen aan het leven binnen zo’n seculier democratische rechtstaat. Naast het accepteren (bij voorkeur ‘van harte en van binnenuit’) van de levensbeschouwelijke pluraliteit en de erkenning dat ook een ongelovig discours normatieve waarde heeft (bijv. dat van de democratische rechtstaat), zal vooral de derde eis wenkbrauwen doen fronsen: religie moet erkennen dat haar openbaringsbron geen cognitief relevante kennis oplevert aangaan de fysieke wereld waarin wij leven. Zij moet m.a.w. de visie op de werkelijkheid zoals die door biologie, paleontologie, chemie en fysica wordt gepresenteerd aannemen als ‘de best mogelijke kennis dienaangaande die op dit moment beschikbaar is’. Atheïsten – vrijzinnigen – wijst hij erop dat zij ook moeten oppassen voor zelotisme, omdat ze zich anders wel eens van vijand zouden kunnen vergissen. Kortom een tot na- en meedenken prikkelend boek.

De auteur (°1974) studeerde godsdienstwetenschappen in Leuven en moraalwetenschappen in Gent. Hij is doctor in de moraalwetenschappen en doceert levensbeschouwing en politieke filosofie aan de universiteiten van Antwerpen en Gent.

DW

Patrick Loobuyck, De seculiere samenleving. Over religie, atheïsme en democratie, Antwerpen-Utrecht: Houtekiet, 2013, 253 blz.