Ter gelegenheid van het herdenkingsjaar 2017 verscheen een herdruk (de facto: de 3de druk) van dit naslagwerk uit 2007. Voor de herdruk werd m.n. de literatuurlijst geüpdated en het register uitgebreid. Voor de hoofdtekst kon volstaan worden met enkele aanpassingen, aldus de hoofdredacteur en schrijver van de ‘doorlopende tekst’, Sabine Hiebsch. Het geheel geeft een beeld van de stand van het (academisch) onderzoek naar Luther, m.n. vanuit het perspectief van Nederlandse onderzoekers, aangevuld met één Vlaming (Jos Vercruysse s.j.) en enkele Duitse auteurs (Hans-Martin Kirn, Ulrich Köpf en Andreas Wöhle). De Nederlandse bijdragen zijn geschreven door Dick Akerboom, Wim Balke, Joop Boendermaker, Christoph Burger, Sabine Hiebsch, Sonny Hof, Martijn Schrama, Eelco van der Veer, Teun Verduyn, en Martin van Wijngaarden.
In 28 thematische casestudies (excursen, meestal beperkt tot enkele bladzijden) stellen zij fundamentele aspecten uit het leven, werk, en theologie van Luther aan de orde. Deze worden netjes opgelijst in de inhoudsopgave. Het ene excurs is al stimulerender dan het ander. Ik las in elk geval met plezier over Luther als bedelmonnik, zijn relatie met Bernardus van Clairvaux, zijn hermeneutiek (waarin de Figuraldeutung als verbindend principe naar voren wordt gehaald), over Katharina van Bora (warm aanbevolen, zeker samengelezen met de lopende tekst over Luther als echtgenoot en vader), Luthers ziektegeschiedenis, en de samenwerking met Cranach. Maar er zijn er dus nog veel meer. Tegenvallend was het excurs over Erasmus, waar nog zinnen in voorkomen als ‘Het is niet Erasmus, maar Luther die is doorgedrongen in het hart van het evangelie’. Dag mag de auteur (Wim Balke) vinden, maar zulke waardeoordelen misstaan in een boek als dit. Een objectievere weergave is te vinden in het excurs van Dick Akerboom over de onvrijheid van het menselijk willen, die laat zien wat de interne logica is van beide standpunten en waar ‘het breekpunt’ zit. De stukken over Luther als lieddichter en liturgiehervormer zijn degelijk, maar vergeten te vermelden dat Luther voor zijn vrije liederen toch eerst heeft gedacht aan een niet-liturgisch gebruik. Zij zijn gericht op de jeugd van de kerk en hebben een sterk onderwijzend, catechetisch doel. Dit aspect kenmerkt ook nog zijn latere ‘catechismus-liederen’, zoals Christ unser Herr zum Jordan kam, en zelfs zijn berijming van het gebed des heren, het Vater Unser: het is catechese in liedvorm.
De excursen/case-studies zijn ingevoegd in de lopende tekst wat soms tot wat verwarring kan leiden, zeker als er meerdere excursen vlak na elkaar volgen (Waar gaat de gewone tekst nu verder?). De lopende tekst van Sabine Hiebsch behandelt in principe op chronologische wijze het leven en werk van Luther, maar hierbij gaan historische beschrijving en theologische duiding hand in hand. Zo draagt het hoofdstuk over de jaren 1521-1525 bijvoorbeeld als titel Sola Scriptura. Doubletten met de excursen zijn hierbij natuurlijk niet te vermijden. Hoofdstuk 7 (Luther en het kerkelijk leven) bestaat eigenlijk vooral uit thematische overzichten.
Een opvallend aspect van het boek zijn de illustraties. Die illustreren natuurlijk vooreerst de tekst, maar omdat er bewust gekozen is – indien voorhanden – voor Nederlands materiaal, geeft het boek ook een overzicht van de Lutherperceptie (persoon, werk, lotgevallen, denkbeelden) in Nederland. In een apart hoofdstuk legt Martin van Wijngaarden verantwoording af van de selectie die hij gemaakt heeft en geeft ook een aanzet tot duiding en typering van dit stuk ‘religieus erfgoed’.
Uitgebreide registers (zaken, personen, landen- en plaatsnamen) en bronvermeldingen, completeren dit toegankelijke en tegelijk degelijke werk.
Dick Wursten
Luther zijn leven, zijn werk
Sabine Hiebsch, Martin van Wijngaarden (red.). Kok-Kampen, 2017.
288 blz. ISBN 9789043528054. € 34,99