Dr. Sam Janse (1949), nieuw-testamenticus en emeritus-predikant van de Protestantse Kerk in Nederland, vond dat het tijd was orde te scheppen in het chaotische debat over het ‘geweldspotentieel’ van het christendom. Hij doet dat middels dit boek in de vorm van een lang volgehouden (en tenslotte zelfs reëel gevoerd) gesprek met m.n. Paul Cliteur, de auteur van ‘Het monotheïstisch dilemma’ (2010). Zoals bekend redeneert Cliteur tamelijk rechtlijnig: Gelovigen moeten de ene ware God (die zich middels een heilig boek – bijbel/koran – te kennen geeft) meer gehoorzamen dan de mensen. Dus: als God de dood van ongelovigen of onschuldige kinderen gebiedt (zoals in Bijbel en koran af en toe gebeurt) dan loert ‘theo-terrorisme’ om de hoek. Volgens Janse – en hij is de enige niet – ligt het allemaal iets ingewikkelder. Wat hem onderscheidt van veel andere auteurs op dit punt is dat hij de tijd neemt om op wetenschappelijke wijze alle gebruikelijke argumenten in dit debat te ‘proeven’ op hun houdbaarheid en gewicht.
Hij neemt in 13 hoofdstukken de lezer bij de hand en laat hem kennis maken met alle bijbelplaatsen (in hun context), de manieren waarop die teksten werden en worden geïnterpreteerd (exegese en hermeneutiek, ook historisch). Zo werkt hij toe naar een slothoofdstuk, waarin hij de balans opmaakt en het resultaat in vraagvorm giet en opstuurt naar Cliteur. Deze reageert maar is niet overtuigd dat hij zijn mening moet herzien, waarop Janse Cliteur nog vraagt: ‘Wat vind je van de weg die ik christenen van nu in mijn boek aanbeveel?’ Kort samengevat komt die erop neer: Geef toe dat er gewelddadige en gevaarlijke bijbelpassages zijn. Leg die historisch contextueel uit zonder ze te vergoeilijken. Stel dat die reeds binnen de Bijbel geproblematiseerd worden en een tegenwicht krijgen in dromen en daden van vrede en dat daarom een christen die de hele bijbel serieus neemt, geroepen is vredestichter te zijn, wat trouwens wat anders is dan een pacifist volgens Janse.
Cliteur antwoordt hierop dat hij blij is dat te horen maar stelt (herhaalt) dat deze uitkomst niet door de dynamiek van het godsgeloof zelf is veroorzaakt, maar door het verzet ertegen. Enkel omdat het christendom door de ‘wasmachine van de Verlichting’ is gegaan, heeft het heilige boek zijn potentie tot geweld verloren en is het christendom getemd. Nu de islam/koran nog, voegt hij toe. Deze uitkomst was te verwachten, waarbij het nochtans positief te beoordelen valt dat het gesprek in elk geval gevoerd is. En nog mooier: er ligt nu een boek in de winkel waarin u alles kunt lezen over de these van de Egyptoloog Jan Assmann (polytheïsme, lees pluralisme, is vreedzamer dan monotheïsme) en over Genesis 22 (offer van Izak), Numeri 25 (de zeloot Pinechas). En over de Nachwirkung van die verhalen (met name het verhaal van Pinechas) in de Joodse geschiedenis (Makkabeeën) en het christendom (Origenes en Ambrosius). De laatstgenoemde gebruikt het voorbeeld van Pinechas om het geweld tegen ketters niet enkel te legitimeren, maar ‘van godswege’ te bevelen. Tegenstemmen (Melodus) komen ook aan bod. In een kort hoofdstuk onder de titel ‘Niet verdedigen wat niet te verdedigen is’ worden de interpretatieschema’s van Egbert Rooze en Eric Peels rondom Amalek en Jozua aan de orde gesteld en verworpen.
Hoofdstuk 11 is gewijd aan de hermeneutische oplossingen: Er is meerstemmigheid in de Bijbel, het gezag ligt in concentrische cirkels rond het ‘midden’ (Berkhof). Ze worden gepresenteerd en gewogen. Het verwijt van willekeur zal nooit geheel te vermijden zijn, maar dat geeft niet zegt de auteur. Het is juist de historische bepaaldheid die ruimte geeft om historisch te contextualiseren, toen en nu. De auteur noemt dit het werk van ‘De Geest’. Aan de lezer om te bepalen of hij overtuigd is of niet. In dit boek krijgt hij in elk geval toegang tot alle argumenten, voor en tegen. De enige gedachtegang die Janse niet echt toelaat is de radicaal narratieve, zowel in de receptie van de bijbelteksten als in de reactie op de bijbelteksten. Hij noemt die wel in een voetnoot (p. 176) waar hij de Talmoed bespreekt, maar zet deze benadering van de Tenach weg als postmodern en uiteindelijk niet wetenschappelijk. Jammer. Het had het gesprek over bijv. Genesis 22 veel interessanter gemaakt. Nu blijft Janse steken in een godsdienst-historische lezing. Terwijl de literaire lezing het prikkelende, verontrustende, vragen oproepende karakter van juist deze tekst aan het licht had kunnen brengen. Verder dus: van harte aanbevolen. U krijgt er een uitgebreide literatuurlijst bij en middels tekst- en naamregister kunt u alles gemakkelijk terugvinden. Kortom: Door dit boek aan te schaffen kunt u veel andere ongelezen laten.
Dick Wursten
Sam Janse, Is het de schuld van de ENE? In gesprek met Paul Cliteur en anderen over monotheïsme en geweld. Boek-scout 2016. 224 blz. ISBN 9789402231359. € 20,99.