Dessin, David, God is een vluchteling. De terugkeer van het christendom in de Lage Landen

Migrantenkerk blijft vaak een zelfstandig eilandje

Michiel Bakker, 12-06-2017 Ref. Dagblad

Een interculturele ontmoeting in de tuin van de protestantse gemeente De Brabantse Olijfberg in Antwerpen. beeld De Brabantse Olijfberg

De doop van een Eritreeër in een badkamer, straatevangelisatie door Afrikanen in Antwerpen en een Chaldeeuws huwelijksfeest. David Dessin maakte het mee tijdens zijn ontdekkingtocht door de wereld van Vlaamse migrantenkerken. In zijn onlangs verschenen boek ”God is een vluchteling” doet hij verslag.

Vluchtelingen en migranten vormen geregeld onderwerp van politieke en maatschappelijke discussies. Als hun religie in beeld komt, gaat het vrijwel altijd over de islam, merkte David Dessin. „De verhalen van christenen lijken grotendeels aan onze aandacht te ontsnappen.”

Voor Dessin, die in Leuven filosofie studeerde, vormde dit reden om zich te verdiepen in de wereld van christenmigranten. De inwoner van Mortsel (provincie Antwerpen) begon dicht bij huis en kwam via via bij diverse migrantenkerken terecht. „Ik liet me leiden door de mensen die ik tegenkwam. Het was niet mijn bedoeling een wetenschappelijk werk te schrijven.”

Dessin was niet alleen geïnteresseerd in wie de christenmigranten zijn, maar ook in waar ze vandaan komen. Hij verdiepte zich in de verspreiding van het Evangelie over grote delen van de wereld sinds de eerste eeuwen. Persoonlijke verhalen van vluchtelingen verweefde hij met historische achtergronden van kerkelijke stromingen uit allerlei windstreken.

Het viel Dessin, die een rooms-katholieke achtergrond heeft, op dat christenmigranten een diverse groep vormen. „Ze komen onder meer uit Amerika, Afrika en Azië. Wij zijn geneigd christendom en Europa op één lijn te zetten. We beseffen te weinig dat het christendom buiten Europa een heel ander verhaal is, met vaak een veel langere geschiedenis. En dat veel kerken zijn gestempeld door vervolging. Ik heb katholiek onderwijs gevolgd, maar heb in het voorbije jaar meer over het christendom bijgeleerd dan in mijn hele opleiding.”

Wat is het meest kenmerkend voor de migrantenkerken die u bezocht?

„Het zijn doorgaans jonge gemeenten die zijn ontstaan na de komst van vluchtelingen of andere migranten in Europa. Ze hebben veelal conservatieve opvattingen over bijvoorbeeld abortus en homoseksualiteit, maar geven tegelijk vaak aan dat ze hun visie niet aan anderen willen opdringen. Ook verschillen ze van Europese kerken doordat ze minder vermogend zijn, omdat de leden vaak uit armere landen komen.

Terwijl steeds meer Vlaamse kerken sluiten en het aantal kerkgangers de afgelopen jaren sterk is verminderd, maken veel migrantengemeenten een groei door. Een groep Ghanese christenen bijvoorbeeld stichtte een paar jaar geleden in Europa de New Testament Ministries. Deze pinkstergroepering groeit snel.”

In hoeverre speelt missionair elan een rol bij de groei van deze gemeenten?

„Ik kwam dat opvallend veel tegen. In de geschiedenis zie je al in de eerste eeuwen dat vluchtelingen bijdragen aan de verspreiding van het Woord van God. Tegenwoordig gaan onder anderen Afrikaanse vluchtelingen en migranten in Vlaanderen de straat op om mensen te bereiken met het Evangelie. Ik vind het ook fascinerend dat Chinese christenen die in hun eigen land zijn vervolgd, zich buiten China actief inzetten om mensen te bekeren.”

U besteedt in uw boek veel aandacht aan christenvervolging. Is uw kijk daarop veranderd?

„Ik heb meer zicht gekregen op hoe immens de christenvervolging wereldwijd is en dat het alleen maar erger lijkt te worden. Denk aan christenen die worden vervolgd door IS of Boko Haram en aan recente aanslagen in landen zoals Pakistan en Egypte. We staan er in Europa te weinig bij stil hoeveel christenen slachtoffer zijn van vervolging.”

Welke situatie maakte op u de meeste indruk?

„Op 22 maart 2016 vond er in Brussel een door IS opgeëiste aanslag plaats waarbij 32 mensen omkwamen. Een Pakistaanse christen, die zelf met vervolging te maken heeft gehad, belde me daarna op om me sterkte te wensen. Dat maakte veel indruk op me. De zus van die man zit in Pakistan in de gevangenis omdat ze is beschuldigd van blasfemie. Een paar dagen later had er in de Pakistaanse stad Lahore opnieuw een aanslag op christenen plaats. Christenen uit dat land leven sterk met het besef dat elke dag de laatste kan zijn. Dat deze man mij belde om me moed in te spreken na de aanslag in Brussel vond ik de omgekeerde wereld.”

Veel migranten stichten een eigen gemeente. Hoe komt het dat ze weinig aansluiting vinden bij bestaande kerken?

„Velen zoeken mensen op met dezelfde godsdienstige achtergrond en cultuur. Daardoor blijven de migrantengemeenten vaak zelfstandige eilandjes. Ze vermengen zich niet snel met lokale kerken. Als er sprake is van groei, betreft het vaak nieuwkomers met dezelfde nationaliteit doordat bijvoorbeeld Filipijnse christenen onder Filipijnen evangeliseren.

De protestantse gemeente De Brabantse Olijfberg in Antwerpen is een van de weinige die contact hebben met migranten. Zij biedt onderdak aan een groep Pakistaanse christenen die in het kerkgebouw hun eigen diensten houden.”

In Nederland en Duitsland verschijnen geregeld berichten over moslims die christen worden. In hoeverre speelt dat ook in Vlaanderen?

„Ik heb verschillende Iraniërs ontmoet die hier als moslim zijn gekomen en zich hebben bekeerd tot het christelijk geloof. Ze zijn gedoopt in de Antwerp International Protestant Church. Die is gesticht door expats en trekt nu ook nieuwkomers uit onder meer Iran. Eén gedoopte Iraniër studeert theologie en wil graag een Iraanse kerk beginnen.

Ook in een andere protestantse kerk in Antwerpen zijn ex-moslims gedoopt. Dat dit bij ons relatief weinig voorkomt, heeft ermee te maken dat we overwegend rooms-katholiek zijn. In Vlaanderen zie je dat vooral de protestantse kerken –die een minderheid vormen– actief zijn in het helpen van vluchtelingen, waarbij ze soms ook aan evangelisatie doen. Bij de katholieke gemeenschappen is er de beweging Sant Egidio, die veel werk doet voor vluchtelingen.”

In welke gemeente voelde u zich het meest thuis?

„Dat is een lastige vraag. Meestal had ik juist een gevoel van vervreemding. De beleving van het geloof is vaak heel anders dan ik vanuit mijn katholieke achtergrond gewend ben. Ik maakte het mee dat een Eritreeër in een badkamer werd gedoopt. Omdat er geen geld was om witte kleding te kopen, werd hij gehuld in witte bedlakens. Zo’n gebeurtenis blijft je bij.

Een gevoel van vervreemding had ik ook als ik uit mijn werk kwam en Anwar ontmoette, een Pakistaanse man in een sociale woning enkele huizen naast me. Hij zat in de deuropening –de enige plaats waar internet is– en bekeek YouTubefilms van evangelische vieringen in Pakistan in het Urdu. Op zo’n moment besef je als Europeaan hoe vreemd het christendom je geworden is.”

Kijken christenmigranten ook op een andere manier naar de Bijbel?

„Dat komt voor. Europese christenen lezen Psalm 23 bijvoorbeeld als een romantisch lied over een herder. Pakistaanse christenen die weten wat vervolging is, zien dat heel anders. Zij weten waar het over gaat als deze psalm spreekt over de schaduw van de dood. Dat God een tafel voor je aanricht voor de ogen van je tegenstanders, is voor hen een enorm troostende gedachte. Die beleving staat ver bij die van ons als Europeanen vandaan.”

In Aleppo waren de kerken vol

„In Erps-Kwerps ontmoet ik een van de jonge gezinnen die Aleppo zijn ontvlucht. George en Hadil hebben een Grieks-orthodoxe achtergrond en hebben allebei economie gestudeerd. (…) George volgt een opleiding als bediende en Hadil werkt al als begeleider van andere vluchtelingen. Ze willen zo snel mogelijk hun leven opbouwen hier. Een eigen kerk vinden is moeilijk in Vlaanderen en het gezin gaat meestal naar de mis in Kortenberg of in Erps-Kwerps. „Maar er zijn maar weinig mensen, alleen oudere mensen”, klagen ze. „Ik vraag aan de pastoor waarom er geen jonge mensen komen, maar ik krijg geen antwoord. In Aleppo waren de kerken vol, met jong en oud, dat is traditie. Er is ook geen zondagsschool, ik heb dat gevraagd aan de pastoor, maar hij is niet geïnteresseerd…”, zegt Hadil. Ze tonen me een geïllustreerde Arabische kinderbijbel die ze nog net konden meebrengen uit hun thuisland, en die nu –bij gebrek aan een lokale zondagsschool– gebruikt wordt om de kinderen op te voeden.”

(Uit: ”God is een vluchteling”)

Chinese studenten op doortocht

„Ik ben in een lokaaltje in Leuven en kijk naar een gedubde film met een Chinese versie van het verhaal van Jozef in Egypte. Het is opvallend hoe goed de korte, harde klanken van het Chinees passen bij een Egyptische farao. (…) The Fellowship komt al dertig jaar samen. Oorspronkelijk opgericht als studentenvereniging heeft de groep nog steeds vooral studenten op doortocht in haar gelederen. Sommigen zijn christen van afkomst, anderen zijn het in Europa geworden. (…) Ik spreek even met de verschillende leden. Het zijn studenten aan de Leuvense universiteit. Allen zijn ze teleurgesteld over het gebrek aan religie in die ‘katholieke’ universiteit. „Jullie hebben zoveel vrijheid hier”, klinkt het. „En jullie doen er niets mee. Stel je voor dat wij in China zo vrij waren. Vrijheid om onze godsdienst te belijden…” Het is wederom een vreemde botsing van werelden.”

(Uit: ”God is een vluchteling”)

Behoed voor verkeersongeval

„Cosmos is nog maar enkele jaren in België; hij vluchtte weg uit Ghana voor de toenemende verwoestijning en de armoede in het land. De volgende zondag neemt hij me mee naar zijn Ghanese kerk. (…) Een evangelische kerkdienst lijkt op het eerste gezicht maar weinig op een katholieke misviering, toch gaan ze allebei terug op hetzelfde Bijbelse basismodel en herdenken ze regelmatig het laatste avondmaal (…). De viering begint bij de New Testament Ministries met enkele opwarmingsliederen. Daarna volgt de worship (aanbidding) met ruimte voor persoonlijke getuigenissen. Sister Joy vertelt hoe haar kind genezen is door God, een man vertelt hoe de stem van God hem begeleidde door het verkeer in Antwerpen en hem behoedde voor een verkeersongeval bij de afrit naar Wilrijk. (…) Er wordt gedanst, gezongen, de muziek zwelt aan en iedereen gaat los. De handen worden opgeheven, de cimbalen knallen, wild en prachtig, met de ritmische herhalingen. De dienst wordt alleen onderbroken wanneer een buurman komt klagen over de overlast, maar daarna gaan de Ghanezen gewoon verder.”

(Uit: ”God is een vluchteling”)

Boekgegevens

”God is een vluchteling. De terugkeer van het christendom in de Lage Landen”, David Dessin, uitg. Polis, Antwerpen/New Book Collective, Amsterdam, 2017; ISBN 978 94 6310 110 3: 210 blz.; € 19,95.